Diagnostiek

KPC Fouten kleinWanneer verder kijken.

Als je weet dat een kind een ontwikkelingsvoorsprong heeft, kun je meteen inspelen op de (onderwijs)behoeftes van het kind. Een kind met een ontwikkelingsvoorsprong is echter niet altijd duidelijk herkenbaar. Toch zijn er soms signalen die duiden op dat je verder moet kijken naar een kind. Presteert het kind niet op verwacht niveau, zijn er gedragsproblemen, is er sprake van een a-synchrome ontwikkeling of (sensorische) onbalans.

Wat zie je?

Soms wordt een kind aangemeld omdat het altijd erg agressief reageert naar leeftijdsgenootjes, of het kind wil niet met  anderen spelen en maakt geen oogcontact. Het kan ook juist een kind zijn dat zich in de groep voorbeeldig gedraagt, maar waarbij ouders zich zorgen maken omdat het gedrag thuis verandert. Het kind lijkt zich niet meer optimaal te ontwikkelen. Wat alle kinderen gemeen hebben is dat er altijd signalen van een ontwikkelingsvoorsprong genoemd zullen worden in een anamnesegesprek. De valkuil voor de psycholoog/orthopedagoog is dat het probleemgedrag de overhand heeft, en dat er niet aan een ontwikkelingsvoorsprong gedacht wordt.

Een kind met een ontwikkelingsvoorsprong dat zich goed ontwikkelt, zal niet snel aangemeld worden voor diagnostiek. Als het kind problemen ontwikkelt, zal dit in 95% van de gevallen veroorzaakt worden doordat de omgeving niet voldoet aan de cognitieve en/of sociaal-emotionele behoeften van het kind. Een analyse van de omgeving is daarbij vaak belangrijker dan diagnostisch onderzoek bij het kind. Natuurlijk is het soms nodig om vast te stellen hoe groot de voorsprong is (ZIE TESTEN), of om een gedragsstoornis uit te sluiten. Als het kind inderdaad een stoornis als bijvoorbeeld ASS of ADHD ontwikkelt, zal het probleemgedrag zich in alle situaties (dus thuis en op school/kinderopvang) voordoen.

Wat is het?

Bij kinderen met een (vermoeden van) ontwikkelingsvoorsprong kan gedrag optreden dat storend is voor de omgeving (ouders, kinderopvang, school). Het is dan van het grootste belang om dat gedrag te duiden: waardoor wordt het gedrag veroorzaakt en in stand gehouden? Zowel het kind als zijn/haar omgeving zullen geanalyseerd moeten worden: wat is het niveau van het kind, want zijn zijn/haar behoeften? Is er wellicht sprake van een gedragsstoornis? In hoeverre sluit de omgeving aan bij de behoeften van het kind? Een specialist (orthopedagoog, psycholoog) kan vaststellen wat de behoeften van het kind zijn en waar het storende gedrag vandaan komt. Het is belangrijk de ontwikkelingsvoorsprong te herkennen, ook als deze wellicht overschaduwd wordt door het probleemgedrag. De centrale vraag hierbij is of de gedragsproblemen voortkomen uit een misfit tussen het kind met een voorsprong en zijn/haar omgeving, of dat er meer aan de hand is.

Waarom herkennen/belangrijk?

Hoe vroeger het kind gesignaleerd wordt, hoe beter de omgeving kan voldoen aan zijn/haar behoeften op cognitief en/of sociaal-emotioneel gebied. Als het kind problemen begint te ontwikkelen, zullen deze alleen maar erger worden. Het risico bestaat dat in een later stadium alleen de problemen nog gezien worden, en de ontwikkelingsvoorsprong niet meer. Het ligt dan voor de hand dat het kind met een brede interesse en snelle informatieverwerking, gedrag gaat vertonen dat in de school doet denken aan ADHD. Het kind met specifieke interesses en een grote behoefte aan een omgeving die de veelheid aan informatie beter kan structureren, zal wellicht gedrag gaan vertonen dat erg doet denken aan ASS.

Natuurlijk zijn er ook kinderen die naast hun ontwikkelingsvoorsprong/hoogbegaafdheid ook een leer- of gedragsstoornis hebben. Ook dan is het goed om hier al vroeg alert op te zijn en de omgeving hierop aan te passen.

Risico’s

Als het probleemgedrag pas in een later stadium onderzocht wordt door iemand die geen ervaring heeft met (hoog)begaafdheid, is het risico aanzienlijk dat er onterechte diagnoses worden gesteld. Hoewel exacte cijfers ontbreken, wordt er bij een aanzienlijk deel van de hoogbegaafde kinderen op enig moment het vermoeden van een gedragsstoornis uitgesproken, en bij een kleiner deel zelfs onterecht vastgesteld.

Signalen verkeerd uitgelegd.